Alweer drie weken sinds mijn laatste blog.
What's new? Ben naar een congres over wereldgeschiedenis geweest in Pittsburgh, Pennsylvania. Grote namen aan het werk gezien: Emmanuel Wallerstein, Giovanni Arrighi, Jan-Frans Abbeloos, Kenneth Pomeranz (ja, ik weet het, een pomerans is het bovenste stukje van een keu, maar die vent heet echt zo. De bekende
global historian Boleslav De Braecker daarentegen heb ik uitgevonden) en Eric Vanhaute. 't Was een leuk weerzien met mijn Gentse collega's en bovendien leerrijk met het oog op volgend academiejaar (voor wie het nog niet wist: vanaf september word ik docent wereldgeschiedenis aan de universiteit van Antwerpen, gedaan met de jobonzekerheid, leve het ambtenarenstatuut en de vaste benoeming!!).
Griet en Winne zijn meegegaan naar Pittsburgh. Van de gelegenheid hebben we gebruik gemaakt om de Amish, Falling Water - het meesterwerk van architect Frank Lloyd Wright - en de Niagara Falls te gaan bekijken.
Die Amish zijn echt komiek. Ze leven niet in gesloten communes, maar gewoonweg tussen de doorsnee Amerikanen (weliswaar met een hoge concentratie in Pennsylvania). Het zijn de afstammelingen van Duitse mennonieten die ergens in de 17de eeuw naar Amerika gezeild zijn en om een of andere reden beslist hebben de moderne technologie niet te volgen. Consequent zijn ze echter niet. Elektrische bedrading in huis weigeren ze, maar generatoren op basis van mazout en koelkasten aangedreven op gas hebben ze wel. Autorijden doen ze niet, maar hun paardenkoetsen hebben wel lichten op batterijen. Enfin het heeft zeer pittoreske plaatjes opgeleverd en we voelden ons echt als Stanley in Afrika. Nooit gedacht dat we op amper 1 halfuurtje zoveel Amish te zien zouden krijgen. Ze zijn echt niet schuw, maar je mag ze niet voederen! En aan hun baard trekken evenmin, die is nl. niet opgeplakt hoewel die er zo uitziet.
Falling Water, het huis van Frank Lloyd Wright was een openbaring voor mij. Een absolute aanrader. Ik ben nog nooit zo onder de indruk geweest van een huis. Het staat in de middle of nowhere, gebouwd (niet naast, maar) over een waterval. Foto's doen er onrecht aan: je moet er werkelijk in rondgelopen hebben om de genialiteit van Wright te beseffen.
Welke Americana zijn me in de tussentijd nog opgevallen? Werkelijk elk gat in Amerika lijkt zijn eigen universiteit te hebben. Op onze tocht dwars door Pennsylvania onder andere Kutztown University tegengekomen,
gevestigd in een watertoren (ik overdrijf waarschijnlijk). In Cambridge, Ma zelf (waar Harvard gevestigd is), zijn nog tal van andere universiteiten. Als ze door hebben wie en wat ik werkelijk ben, kunnen ze me nog altijd detacheren naar Lesley University.
Micro-betogingen of sit-ins zijn hier dagelijkse kost. Als de voorvechters van Tibet Harvard Square niet bezetten, zijn het wel onze welmenende broeders de veganisten die mij proberen naar hun kant over te halen. Dat laatste is tot nu toe nog niet gelukt.
Al op dag twee dat ik hier was, kon ik me niet inhouden om de New England-specialiteit bij uitstek uit te proberen: kreeft (ja, levend gekookt! Maar wel buiten mijn gezichtsveld, zo laf ben ik wel). Kreeft kost hier overigens minder dan biefstuk.
Tot slot voor de oma's en opa's: wat gebeurt als Winne naar voren in slaap valt in zijn autostoeltje: stigmata en kabbalistische boodschappen op zijn kaak! Wie weet is onze Winne wel de Messias. Hmm, dat zou van mij God maken, tenzij Griet achter mijn rug contact heeft gehad met die duif natuurlijk, maar daar denk ik liever niet te diep over na met mijn aviaire fobie.