Drie Belgen in Boston

Over hoe een 34-jarige haar dagen slijt in Wonderland. Over hoe het haar man bevalt op de Grote Universiteit. En over het plezier van een anderhalfjarige bij het aanschouwen van hópen pancakes en vijfliterbidons melk.

maandag 28 april 2008

Waarom een vrouw een vent nodig heeft (en andere wijsheden uit New York)

Wachtend op de trein die ons van Penn Station, NY, naar Boston terugbrengt. Een volle vertrekhal, met naast ons een man die ik vaagweg herken. Hmmm, die zat waarschijnlijk drie dagen geleden ook op de Bostontrein richting Big Apple? Of was die daarnet poker aan het spelen in de lobby van het hotel?
Tot Maarten zich omdraait en tussen zijn tanden fluistert: 'Heb je al gezien wie hier naast ons staat? Ben Kingsley!' Waarna ik nog tien minuten uitleg nodig had om de neus te kunnen plaatsen (ik vond Sexy Beast nochtans een goede film, wist mijn extern geheugen nog te vertellen). Anderhalf jaar geleden hadden we een vergelijkbaar incident in Parijs, toen we in een bistro naast Kylie Minogue bleken te zitten. Ik had dat blondje nog nooit gezien, maar haar vrijer die mocht er wel wezen, die heb ik achteraf eens gegoogeld. Da's nu het resultaat van een goede opvoeding, zonder tv (behalve het Jeugdjournaal en Merlina) of muziek (uitzondering voor Nana Mouskouri en W.A.Mozart).
Foto's van onze trip naar de Big Apple hier.

zaterdag 19 april 2008

donderdag 17 april 2008

De Amish in Bird-in-Hand

Is de Heilige Geest in Griet Gevaren? Ofte de gevolgen van het pausbezoek aan Boston

Alweer drie weken sinds mijn laatste blog. What's new? Ben naar een congres over wereldgeschiedenis geweest in Pittsburgh, Pennsylvania. Grote namen aan het werk gezien: Emmanuel Wallerstein, Giovanni Arrighi, Jan-Frans Abbeloos, Kenneth Pomeranz (ja, ik weet het, een pomerans is het bovenste stukje van een keu, maar die vent heet echt zo. De bekende global historian Boleslav De Braecker daarentegen heb ik uitgevonden) en Eric Vanhaute. 't Was een leuk weerzien met mijn Gentse collega's en bovendien leerrijk met het oog op volgend academiejaar (voor wie het nog niet wist: vanaf september word ik docent wereldgeschiedenis aan de universiteit van Antwerpen, gedaan met de jobonzekerheid, leve het ambtenarenstatuut en de vaste benoeming!!).

Griet en Winne zijn meegegaan naar Pittsburgh. Van de gelegenheid hebben we gebruik gemaakt om de Amish, Falling Water - het meesterwerk van architect Frank Lloyd Wright - en de Niagara Falls te gaan bekijken. Die Amish zijn echt komiek. Ze leven niet in gesloten communes, maar gewoonweg tussen de doorsnee Amerikanen (weliswaar met een hoge concentratie in Pennsylvania). Het zijn de afstammelingen van Duitse mennonieten die ergens in de 17de eeuw naar Amerika gezeild zijn en om een of andere reden beslist hebben de moderne technologie niet te volgen. Consequent zijn ze echter niet. Elektrische bedrading in huis weigeren ze, maar generatoren op basis van mazout en koelkasten aangedreven op gas hebben ze wel. Autorijden doen ze niet, maar hun paardenkoetsen hebben wel lichten op batterijen. Enfin het heeft zeer pittoreske plaatjes opgeleverd en we voelden ons echt als Stanley in Afrika. Nooit gedacht dat we op amper 1 halfuurtje zoveel Amish te zien zouden krijgen. Ze zijn echt niet schuw, maar je mag ze niet voederen! En aan hun baard trekken evenmin, die is nl. niet opgeplakt hoewel die er zo uitziet.

Falling Water, het huis van Frank Lloyd Wright was een openbaring voor mij. Een absolute aanrader. Ik ben nog nooit zo onder de indruk geweest van een huis. Het staat in de middle of nowhere, gebouwd (niet naast, maar) over een waterval. Foto's doen er onrecht aan: je moet er werkelijk in rondgelopen hebben om de genialiteit van Wright te beseffen.

Welke Americana zijn me in de tussentijd nog opgevallen? Werkelijk elk gat in Amerika lijkt zijn eigen universiteit te hebben. Op onze tocht dwars door Pennsylvania onder andere Kutztown University tegengekomen, gevestigd in een watertoren (ik overdrijf waarschijnlijk). In Cambridge, Ma zelf (waar Harvard gevestigd is), zijn nog tal van andere universiteiten. Als ze door hebben wie en wat ik werkelijk ben, kunnen ze me nog altijd detacheren naar Lesley University.

Micro-betogingen of sit-ins zijn hier dagelijkse kost. Als de voorvechters van Tibet Harvard Square niet bezetten, zijn het wel onze welmenende broeders de veganisten die mij proberen naar hun kant over te halen. Dat laatste is tot nu toe nog niet gelukt. Al op dag twee dat ik hier was, kon ik me niet inhouden om de New England-specialiteit bij uitstek uit te proberen: kreeft (ja, levend gekookt! Maar wel buiten mijn gezichtsveld, zo laf ben ik wel). Kreeft kost hier overigens minder dan biefstuk.


Tot slot voor de oma's en opa's: wat gebeurt als Winne naar voren in slaap valt in zijn autostoeltje: stigmata en kabbalistische boodschappen op zijn kaak! Wie weet is onze Winne wel de Messias. Hmm, dat zou van mij God maken, tenzij Griet achter mijn rug contact heeft gehad met die duif natuurlijk, maar daar denk ik liever niet te diep over na met mijn aviaire fobie.

woensdag 16 april 2008

Groeten uit Niagara

14 april, het was een prachtige verjaardag aan de Niagarawatervallen. De foto’s vertellen alles. En omdat het mijn verjaardag was, mocht ik van Maarten zelfs twéé natuurwonderen op één dag gaan zien. De Chimney Bluffs, volgens mijn natuurgids uit de bib (een exemplaar uit 1986) een van de 'most exotically beautiful state parks' van de staat New York. In mijn verbeelding waren ze al indrukwekkender dan die watervallen op de Canadese grens. De Michelingids had ik niet bekeken, maar ik was ervan overtuigd dat de Bluffs zeker “vaut le détour” zouden zijn. We hebben er 150 kilometer voor om gereden (toen nog al fluitend), zijn drie keer verdwaald, kwamen uiteindelijk in het bruisende Wolcott terecht (een buitengemeente van Sint-Truiden, vol appelboomgaarden, met een saloon-annex-hotel waar je voor 29 dollar kon overnachten) alwaar we de plaatselijke pizzaman de weg vroegen naar het Chimney Bluffs State Park. State Park? Daar hadden ze nog niet van gehoord. De Bluffs? Ja, het hulpje van de pizzaman kende die wel. Na twee telefoontjes heen en weer kregen we een wegbeschrijving van 17 regeltjes op de achterkant van een pizzadoos gekriebeld. Na nog drie kwartier bereiken we, net voor zonsondergang, het Chimney Bluffs State Park.

We klimmen de heuvel op waarachter deze ongelooflijke rotsformaties op de rand van het Ontariomeer te zien zouden moeten zijn. Om te constateren dat dat in 1986 wellicht het geval was, maar in 2008 door erosie niet meer. De zee zag bruin van het zand van wat ooit exotically beautiful was. Er waren nog drie bluffjes te bespeuren in de verte (de Colorado Provençal in de Luberon is er een Grand Canyon bij), maar overal was het "Danger. Erosion. Do not proceed" (op de foto een stuk Bluff, en wat overblijft van het pad).

De fantastische Finger Lakes (meren, wouden, wildwaterrivieren van na de ijstijd) hebben we door mijn omweg moeten missen. En Ithaca, waar Cornell University ligt. Én de Montezuma National Wildlife Refuge (duizenden trekvogels op weg naar Canada – Maarten wist nog niet van die tussenstop, gezien zijn vogelfobie moet ik conversaties over al wat vliegt een beetje doseren). Allemaal niét gezien. Nu ja, een mens viert niet elke 34ste verjaardag aan de Niagarawatervallen.

maandag 7 april 2008

Kaap kabeljauw

Vorig weekend waren we in Cape Cod, geliefd vakantieoord voor New Yorkers en andere rijke Amerikanen. Het was er gruwelijk winderig maar ongewoon mooi. Het hele schiereiland is één lang zandstrand, met schitterende bossen, duinen en zoutmoerassen tussenin. En veenbessenvelden. 40% van de Amerikaanse veenbessenproductie zou van deze kant van Massachusetts komen. In de winter zijn het grote velden vol donkerrode, lage struikjes, die in ’t najaar onder water gezet worden om de bessen te oogsten. Te laat voor ons, maar dat moet ook wel mooie plaatjes opleveren. Een paar van onze foto’s staan op Flickr. Voor de liefhebbers: ‘Nazomer’ van Philippe Besson straalt helemaal de sfeer uit van Cape Cod op een zondagmiddag buiten het seizoen.

Het werd onverwachts nog levendig toen in Provincetown, op de uiterste punt van dit verlaten gat, zowaar de grootste homogemeenschap uit een paar 100 mijl in de omtrek bijeengetroept bleek te zitten. De drie bed-and-breakfasts waar ik ging aankloppen, wilden Maarten wel te slapen leggen, maar mij en een baby?? Wat moesten ze daar nu mee, babybedjes of andere voorzieningen, neen, dat hadden ze nog niet nodig gehad. Spijtig van de superzachte megakingsizebedden in kamers vol rood fluweel; wij dan maar naar Cape Inn, een spotgoedkoop motel, ons eerste op Amerikaanse bodem. Winne vond het motel toppie!!!!!!!!

dinsdag 1 april 2008

Gelovig? Amerika? Is de Paus katholiek?

Er zijn twee dingen waar je een Amerikaan niet naar vraagt: zijn seksleven en zijn geloof. Voor het overige weet je binnen 7 minuten alles over hem: grootmoeder was een Britse, lievelingsstad is Rome, vanavond maken we avocadosalade, kleindochter is een invitrokindje dus we zijn er extra voorzichtig mee (??). Maar gelovig, “oohh, I don’t know”. Maar waarom zijn er dan zoveel kerken? Na twee dagen willekeurig foto’s maken had ik al een hele collectie.

Nieuw-Engelandse kerken, ik heb er eentje zelfs redelijk intiem leren kennen. Vorige week liet ik me door een buurvrouw meenemen naar een “indoor playground” voor de kleinste kinderen. Fantastisch, Winne plezier en ik rustig met een koffie en een boek op een bankje. Dacht ik. Winne plezier, dat viel wel mee, die houdt zich in een leeg squashhok zelfs rustig bezig, maar koffie was er niet en in plaats van een boek kreeg ik het gezelschap van vijf Amerikaanse moeders met kroost. In een tot peuterklas verbouwde vergaderzaal in de kerk van Bedford, Ma. Met een glijbaantje, tien houten puzzels, en Golden Fish als tienuurtje voor de kleine mannen (zoute aperitiefkoekjes, mijnheer Fröbel keert zich om in zijn graf).

Was het een religieuze opwelling, daar in de kleine ruimte onder het Heilige Huis? Was het een poging om te integreren in The New World? In ieder geval, na een half uur heb ik me lid gemaakt van de Bedford Family Connection. Twintig dollar, een koopje om voor de eeuwigheid de maandelijkse nieuwsbrief te mogen ontvangen.

Help, moet ik nu op mijn cv zetten dat ik lid ben van de Unitarian Universalist Church? Voor alle zekerheid eventjes gecheckt bij thuiskomst, en gelukkig stellen ze op z’n minst de evolutieleer niet in vraag.
Volgende keer toch maar weer een boek. Dat zijn betere raadgevers dan Amerikaanse moeders en ze dringen je tenminste niets op.