Drie Belgen in Boston

Over hoe een 34-jarige haar dagen slijt in Wonderland. Over hoe het haar man bevalt op de Grote Universiteit. En over het plezier van een anderhalfjarige bij het aanschouwen van hópen pancakes en vijfliterbidons melk.

vrijdag 27 juni 2008

Na vier maanden in Wonderland

Het wordt stilaan tijd om terug te keren naar de beschaafde wereld. Ik smul van een waterige hotdog in een sponszacht broodje alsof ik nooit anders gedaan heb, ik roep al ‘Hi, how are yoú today?’ nog voor het winkelmeisje mij heeft aangesproken, ik zet de airco op als het 21 graden wordt, drink cola met een half glas ijsblokjes erin en, o dieptepunt, dit weekend heb ik mij zelfs in sportschoenen, beige broek en niet passend truitje – het uniform van vrouwelijk suburbia – op straat begeven. De volgende stap is dat we fan worden van André Rieux en Rod Stewart, die zijn hier hót.
Ook het gevaar om een Desperate Housewife te worden is niet geheel onbestaande. Deze week was er een Jamaicaanse leurder aan de deur die tijdschriften verkocht om zijn sociaal reïntegratieprogramma te steunen. En ja, ik heb hem 20 dollar en een cola gegeven, en niet omdat ik ondersteboven was omdat hij nog nooit van Belgium of Brussels gehoord had. 'Europe? Never been there ma’m. Are all the women in Europe as beautiful as you are?' Damn, sinds wanneer laat ik mij ordinair oplichten? Bovendien begin ik Winne als excuus te gebruiken om naar kindermusea, kinderboerderijen en de dierentuin te gaan (maar ik kan het niet laten: de vogelshow ‘Lord of the Wings’ in Stone Zoo was ongelooflijk, de obligate sprekende papegaaien natuurlijk, maar voor de rest spectaculaire roofvogels die op tien centimeter boven je hoofd scheren en hun kunstjes tonen. Voor de vogelfans: een paar mooie foto’s op Flickr. Er staan daar ook nog wat meer foto’s van onze omzwervingen hier).

woensdag 25 juni 2008

Blending in

Deze morgen een Amerikaans instituut bezocht: de barbershop. Ai ai ai. Ze hebben me maar meteen de coupe américaine aangemeten. Ik zie er nu uit als Jim Carrey in Dumb en Dumber.

dinsdag 24 juni 2008

Only in America

Amerikanen en geloof. Het blijft voor Europeanen een bron van amusement en verwondering. Uit een massale peiling (35.000 respondenten) blijkt dat 92% van de Amerikanen in god gelooft en 74 % in een leven na de dood. Weinig ophefmakend, maar wat te denken van volgende, zeer vreemde uitslag: "21 percent of self-identified atheists said they believe in God or a universal spirit, with eight percent "absolutely certain" of it." Oink? Doet me denken aan die baseballer die onlangs op televisie gevraagd werd of hij bijgelovig was. Zijn antwoord: "No, it brings bad luck."

zaterdag 21 juni 2008

Winnes eerste levensles: from now on you're on your own

't Is maar best dat we hier maar 6 weken meer zijn want ik ben stilaan in een Amerikaan aan het veranderen. Getuige hiervan volgend filmpje: in plaats van mijn zoon te hulp te schieten blijf ik filmen in de hoop op America's funniest home videos te geraken.



Update. Om ongeruste kijkers (grootouders) gerust te stellen: neen, Winne heeft er niets blijvends aan over gehouden (behalve een gezond wantrouwen tegenover zijn vader).

donderdag 19 juni 2008

Vermont en New Hampshire op een drafje


Zoals gewoonlijk: klikken om te vergroten.

woensdag 18 juni 2008

I'm a man

'k Stond gisteren rustig aan te schuiven in een diner, toen de hamburger-bakster - een te zware vrouw van middelbare leeftijd - out of the blue zei: "Oh, you must be such a brave man!" Wie ik? Ze keek wel degelijk recht naar mij. Winne stond ondertussen aan mijn rechterbeen te stampvoeten 'Eke, eke, eke' (Winnees voor 'Ik heb honger, voed mij nu of ik schreeuw hier de kinderbescherming bijeen'). Ah dacht ik, ze vindt het moedig dat we met een kleine pagadder reizen. Maar nee, dat was het niet. Ze staarde naar mijn borst en toen viel mijn euro. Ze dacht dat ik een pro-Irak T-shirt droeg. 'It will be long, it will be hard, there will be no withdrawal'. Een uitspraak van Winston Churchill, die ik hier enkel draag vanwege het seksuele innuendo om de Amerikanen te epateren. Blijkt nu dat ze me al heel de tijd aanzien voor een moedig man en niet voor een flauwe plezante. Dezju!

woensdag 11 juni 2008

Beestjes

Al maanden keek ik ernaar uit, en gisteren ben ik eindelijk gaan whale watchen. Natuurgidsen van het New England Aquarium varen je met de catamaran naar de Stellwagen Bank, een zeereservaat op 25 mijl buiten de haven. Vier uur op de boot en in de wind, een zaligheid als het aan wal 36 graden en broeierig is. Veel stinky minkes gezien – zo noemen ze de minke whales (dwergvinvissen), naar ’t schijnt omdat je hun adem soms kunt ruiken tot op de boot, en ook omdat ze alleen maar hun rug tonen als ze duiken en nooit hun staart. Wél een paar mooie staarten van humpback whales (bultrugwalvissen) gezien, en eentje dook plots zelfs op twee meter van de boot boven water. Behoorlijk spectaculair, want normaal mag je ter bescherming van de beesten niet dichterbij dan 200 meter varen. En het leukste aan dat walviskijken is eigenlijk de spanning op de boot: zomaar wat ronddobberen op open zee en wachten tot je ergens de puf hoort van een walvis die boven komt. En dan hopen dat je aan de goeie kant van de boot staat...

Er zitten hier wel meer beestjes die je bij ons in de tuin niet zo gauw ziet: grijze eekhoorns, chipmunks, wilde kalkoenen, één keer drie herten in de voortuin, en gisterenavond hebben we waarschijnlijk een lynx gezien, die de restjes van de barbecue uit onze vuilnisbakken kwam eten. Ik dacht eerst aan een coyote, want die zitten hier ook in de Willards Woods aan onze achterdeur, maar hij was ferm aan het blazen als een kat en hij had pluimen op zijn oren (dat was ’t enige dat we met de zaklamp konden zien), dus ik denk dat het een lynx was. Dit weekend in het Middlesex Fells natuurreservaat hier vlakbij ook drie slangen gezien (twee kousenbandslangen) en de schitterende maanmot. En het is hier natuurlijk een paradijs voor (zang)vogels. Een paar van de meest exotisch uitziende die hier elke dag in de tuin zitten: de Cardinalis cardinalis (op de foto), blauwe gaai, roodborstlijster (met zoveel als er merels zitten bij ons), tweekleurige mees, Mexicaanse roodmus en nu zit eral dagen een Baltimore oriole in onze tuin te zingen, maar het is mij nog niet gelukt er een foto van te maken. Alleen de chipmunks lijken geïnteresseerd in de appelsienen die ik voor hem klaarleg.

zondag 8 juni 2008

An all American experience

Hét onderwerp van gesprek onder Belgen die voor het eerst in Amerika zijn, zijn de urinatoire voorzieningen. De openbare wc’s zijn hier installaties om u tegen te zeggen. Meestal kan je er makkelijk met zijn vijven in, maar veel vunzige dingen moet je je niet in het hoofd halen. De deurtjes reiken maar van je knieën tot je hals en er is aan weerszijden een kier van twee centimeter. Je ziet dus meteen welke wc bezet is (auw, soms zie je ook te veel). De volautomatische flush wil nogal eens te vroeg of te laat in gang schieten, dus ofwel heb je natte billen als je niet snel genoeg weer in je broek gesprongen bent, ofwel kan je nog net meegenieten van de darmwerking van je voorganger. Van een spoelstopknop hebben ze nog niet gehoord, samen met je plas kan je zonder problemen twee rollen wc-papier doorgespoeld krijgen (toen ik me in de family restroom van de Macy’s iets te laat omdraaide, was Winne net het tweede rolletje in de pot aan het mikken). En bovenal: het water staat altijd tot aan de rand van de pot. De wat groot geschapen heren hangen dan blijkbaar met hun zaakje in het nat (deze week beaamd door tenminste twee van onze gasten), maar het scheelt in de geurtjes én in het poetswerk. Enfin, de installatie is helemaal zoals de Amerikaan zelf: big, loud en je weet altijd alles van je buren.

donderdag 5 juni 2008

Commencement. This is the end

Vandaag was het 'Commencement', Harvard's afstudeerplechtigheid met de misleidende naam. 6000 studenten zwaaien af en die mogen allemaal mama, papa, omie en opoe, Tante Madeleine en Nonkel Jef meebrengen. Al gauw 24.000 mensen samen. Tickets voor de plechtigheid zijn zeer gegeerd en moeilijk te bemachtigen, zeker omdat dit jaar J.K. Rowling, de moeder van H. Potter, de hoofdspreker was. Er waren een beperkt aantal kaarten voor personeelsleden, maar die waren direct uitgeput. Wat doet een beleefde Belg dan? Partycrashen! Christophe en ik zijn met de nodige Je ne sais quoi langs de politiecontrole gelopen en blijkbaar straalden we iets onverzettelijks uit want niemand hield ons tegen. Speeches met luide stem en grote woorden, wapperende vanen, geüniformeerde medemensen, luide samenzangen en opwindende marsmuziek. Man, qua crowd control kunnen de Duitsers nog iets opsteken van de Amerikanen.

woensdag 4 juni 2008

Thomas' Pussy Magnet

Wat doe je als goede collega wanneer een van je bezoekers expliciet om een bescheiden onopvallende huurauto vraagt? Je gaat zelf naar het Hertz-kantoor, je zwaait met je personeelskaart van Harvard en
je komt buiten met een gele Chevrolet sportscar voor de prijs van een muisgrijze, inwisselbare Kia. Katrijn en Thomas toeren nu ergens in Vermont rond met deze banaan op wielen. Zeg niet dat je hen niet zag aankomen!

dinsdag 3 juni 2008

Second brother

Nederlands, Engels, Spaans, het is verbazingwekkend hoe stoïcijns Winne reageert op andere talen. De conversaties met andere kinderen beperken zich meestal tot ‘ai ai’ (‘hi hi’, wat hij maar blijft zeggen, ook al zijn de andere kinderen al vijf minuten aan het ratelen), ‘wawi wawi’ (ze tonen elkaar brandweerwagens) of ‘nee, men!’ (‘nee, mens, ga uit mijn weg!’ – zegt hij als ik moet aanschuiven aan de kassa of als de glijbaan eventjes bezet is).
Vandaag in de speeltuin was er een luid, beetje bazig jongetje van een jaar of vijf, dat aan alle moeders en babysitters al gezegd had wat hij allemaal wel kon en hoe sterk hij was, toen er een papa met een meisje aan kwam. Het jongetje aan het krijsen voor de hele speeltuin: ‘Porto Ricans, Porto Ricans!’. Zijn babysitter reageerde er niet op. Voor de rest van de tijd bleven de andere kinderen een beetje van hem weg, ook Winne was op zijn hoede maar hij liet hem begaan (zijn aardrijkskunde is nog niet je dat). Plots zegt het ventje lief tegen Winne ‘Do you want to be my second brother?’, waarop Winne al knikkend: ‘Ah ja’.