Drie Belgen in Boston

Over hoe een 34-jarige haar dagen slijt in Wonderland. Over hoe het haar man bevalt op de Grote Universiteit. En over het plezier van een anderhalfjarige bij het aanschouwen van hópen pancakes en vijfliterbidons melk.

vrijdag 28 maart 2008

I am gonna [expletive] you up

A venti caramel cinnamon-topped Macchiatto please. Zo begint mijn dag. Zucht. Inderdaad, ik steun het groot-kapitaal door 's morgens steevast bij Starbucks een koffie met een compleet kierewiete naam te bestellen. I try to blend in. Amerikanen hebben namelijk een vergroeiing aan hun rechterhand in de vorm van een styrofoam cup met koffie of frisdrank. En of je nu een tall nutmeg leprechaun latte, dan wel een grande honey soy milk frappuccino vraagt, het doet er nauwelijks toe, je hebt sowieso altijd het gevoel vloeibare suiker te drinken. Mijn love handles kunnen er maar wel bij varen. En dat doen ze. Ik probeer hier namelijk alle vieze, vette Amerikaanse specialiteiten uit. Eindelijk eens een pastrami sandwich gegeten - Joey's favoriete broodje - en het me bijna onmiddellijk beklaagd. Ik heb me twee dagen lang onrein gevoeld.

Wat hier echter wel enorm meevalt is de cafetaria van Harvard Law School. Wel, de term cafetaria doet in feite onrecht aan deze eatery in een gebouw ontworpen door Walter Gropius, met gerechten en broodjes om duimen en vingers bij af te likken. Er is zelfs een ijsbaan waar je zomaar gratis op kan, er staan twee grote koffers waarin je gewoon je maat schaatsen moet zoeken. Als de temperatuur stijgt, wordt de ijsbaan vervangen door een ijskar, waar je - alweer gratis - zoveel hoorntjes en magnums mag smikkelen als je aan kan. Ja, de rechtenstudenten (en bij uitbreiding alle freeriders met een Harvardpasje zoals ik) worden hier in de watten gelegd. Het schijnt dat enkel de voorzieningen voor de Harvard Business School nog chiquer zijn. Ik moet dat dringend eens gaan controleren, maar ja druk druk druk. Er is hier zoveel te zien en te doen dat een high-achieving underachiever zoals ik er apathisch van wordt.

Wordt daar ook aan onderzoek gedaan? hoor ik u denken, waarde lezer. Naar men mij vertelt wel, maar ik hoop u daar in een volgende bijdrage meer over te kunnen vertellen. Het is hier in elk geval een lezersparadijs. In alle boekwinkels en bibliotheken zijn er gezellige hoekjes om met een boekje in te kruipen. De Widener Library is fantastisch. Stel je een Boekentoren voor - minus de waterschade, het weerbarstige baliepersoneel en de lange wachttijden, bij nader inzien vergeet de vergelijking met de Boekentoren - waarin je vrij kan rondlopen, snuisteren, boeken uit de rekken nemen, verdwalen, koffie slurpen, enz., enz. En waarin bovendien nog eens alles blijkt te zitten wat je nodig hebt.

De political correctness viert hier hoogtij. Bij echtelijke ruzies slingeren echtelieden elkaar hier een welgemeend I am gonna [expletive] you up toe. Een ander krantenbericht met de kop Bill would outlaw height, weight discrimination at work deed me onmiddellijk aan Randy Newman en zijn Short people denken. Een vertegenwoordiger van een anti-discriminatie-organisatie werd als volgt geciteerd: "'I've endured many insults in my life about my shortness', said Chris Hamre, vice-president of the National Organization of Short Statured Adults." De Leprechaun League als het ware!

Tot slot nog enkele Americana. Omdat Griet hier veel met de auto rijdt heb ik haar een tiddy-bear gekocht om haar tere velletje te beschermen.



En mezelf heb ik getrakteerd op een Hawaiï-chair. Laat die perfecte abs maar komen!

maandag 24 maart 2008

Boston, een paar sfeerbeelden


De helden van de natie

Ik kan me best voorstellen dat de brandweer hier in de zomer, als het heet en poederdroog is in het bos, nuttig werk kan leveren, maar dat was niet de reden waarom er vanmorgen plots drie gehelmde helden op mijn terras stonden (eentje zelfs met een palmcomputer in de hand).
Zoals ik alle buren had zien doen, had ik vorige week wat bladeren bijeengeharkt in de tuin (Winne was met geen stokken uit de zandbak te slaan, vandaar). Na een uurtje vegen had ik al een ferme hoop bladeren. Van composteren of een containerpark had buurvrouw Daphne nog nooit gehoord, nee, Don stookte gewoon af en toe een vuurtje. Vanmorgen stond ik dus gezellig met Don voor het vuur (“a bit cold for a barbecue, ain’t it?” – Winne alweer bedrijvig in de zandbak), en een paar uur later verscheen er plots een helm achter het livingraam. Met één grote en twee kleinere brandweerwagens waren ze uitgerukt, maar Don leek niet erg onder de indruk.
(ik was te laat voor de foto van de Amerikaanse brandweerkar, nog net op tijd voor de volgwagen… Grote foto is van een gevel in Cambridge Street, Cambridge)

donderdag 20 maart 2008

Zee van tijd

Het is agressief, het komt uit de VS en het heeft in Groot-Brittannië zijn schuchterder en kleinere Europese soortgenoten bijna verdrongen. En het zit met hele roedels in onze tuin. Het is de grijze eekhoorn. Hij mag in Europa al een lastige immigrant zijn, voor peuters is hij bijzonder vermakelijk. Winne springt ’s ochtends recht in zijn bed en begint van opwinding te trappelen en ‘kkkkgggg kkkkgggg’ (aan zijn dictie moet nog wat geschaafd worden) te roepen als hij door het raam een eekhoorn aan de vogelvoederkolom ziet bengelen. Handig in plaats van een tv, het geeft mama een zee van tijd achter de computer.

Behalve van de eekhoorns ben ik ook een grote fan van de “in sink erator”. Het is echt zo vies als het klinkt, maar superhandig. Het gevaarte vermaalt keukenafval. Gewoon bananenschillen en overschotjes lookbrood in de gootsteen kieperen, op het knopje drukken (eerste keer dacht ik eindelijk de lichtschakelaar boven het vuur gevonden te hebben, ik sprong tot tegen ’t plafond toen de vermaler begon te draaien, het maakt een redelijk hels lawaai) en klaar. Geen groenafval dus in Amerika. Net gepast om een eekhoorn composthoop-klaar te vermalen, of om Winnes nagels te knippen (ai, hartaanval bij een van de oma’s. Nee hoor, het is écht heel veilig).

woensdag 19 maart 2008

Michelle my bell

Een staalblauwe hemel, stralende zon en de onderschatte Griekse filosoof-dichter Georgios Kyriacos Panayiotou op de autoradio - de man die epistemologie koppelde aan emotie: "To the heart and mind, ignorance is kind" uit zijn suf geciteerde traktaat Careless whisper uit het omineuze jaar 1984). Kan een eerste werkdag voorspoediger beginnen?

Het Minda de Gunzburg Center for European Studies loste in elk geval de hoge verwachtingen in. Het gebouw ziet er enigszins Midden-Europees uit en dat is geen toeval. Het is nl. het voormalige Germanic Museum van Harvard, ontworpen door een Duitser, betaald met Duits geld, gebouwd tijdens dat andere grote project van de Duitsers (begonnen nl. in juli 1914 en voltooid in 1917) en gezegend met de Duitste voornaam aller tijden: Adolphus Busch Hall (van de nog altijd bestaande biergigant Anheuser-Busch).

In 1989 heeft een rijke familie (de De Gunzburgs) er tien miljoen dollar tegen aan gesmeten om het museum te transformeren in een onderzoekscentrum. Naar mijn bescheiden mening is die indecente smak geld niet slecht besteed (in Harvard A to Z lezen we: "No academic department at Harvard enjoys such a luxurious and fitting environment").

Je komt binnen in een atrium-lobby waar je in lederen fauteuils onderuit kan zakken en de belangrijkste Europese kranten en tijdschriften doornemen. 's Morgens weerklinkt majestueuze orgelmuziek (Bach!) door de gangen. Live! Een deel van het gebouw is immers nog museum en ziet eruit als een middeleeuwse kathedraal (no kidding!) - inclusief plaasteren replica's van heiligenbeelden en doopvonten, glasramen én een Nederlands kerkorgel waarop elke donderdag concerten voor het publiek gespeeld worden en die dus door de week ingestudeerd worden.

Gisteren stond ik na een lezing wat na te lummelen met een glas wijn. Ik stond maar half te luisteren naar mijn gesprekspartners, die bezig waren over Danny dit, Danny dat. 'Danny is so sensitive, he really took that criticism very hard.' Bleek dat ze het hadden over Daniel Goldhagen, die ook verbonden is aan het Center, en die de storm van kritiek op zijn Gewillige beulen niet had zien aankomen.

Tot slot nog enkele Americana. Ter afwisseling las ik Winne een Amerikaans papaboekje voor: Dad is great. Tot ik in het midden bij de verborgen boodschap kwam: "Dad takes us to church each Sunday and we pray to the Good Lord." Yeah sure. Deze dad draait op zondag Helter Skelter achterste voren.

Tot mijn scha en schande heb ik moeten ondervinden dat melk hier niet op ultrahoge temperatuur wordt verwerkt. Het nadeel van gepasteuriseerde melk is dat de flessen al na twee dagen buiten de koelkast beginnen op te zwellen, bij opening ontploffen en de keuken onder een vieze, zuur riekende brij achterlaten. Gelukkig heb ik nu een huisvrouw die na mij opkuist!

Een van de finalisten van American Idol moest Michelle van The Beatles te berde brengen. Het onwetende joch had zich nog nooit gerealiseerd dat dat nummer deels in het Frans is. Hij dacht dat McCartney "Michelle, my bell" zong. De vrouw als klok. Gelukkig weten Europeanen de klepel wel hangen.

maandag 17 maart 2008

Kiss me I'm Irish

Carnaval? Het hoogtepunt van het seizoen van de Boston Red Socks? Een verkiezingsmeeting van Hillary? Na een kwartier op de metro draaide iemand met een groen t-shirt zich om en sprong (behalve de goed gevulde boezem) de tekst 'Kiss me I'm Irish' in mijn oog. Amerikanen aan deze kant van het land vieren blijkbaar allemaal St Patrick's Day, vandaar de drukte zondag in de stad. Zelfs in de Stop&Shop (de plaatselijke GB) was er een heel rek vol groene spullen. Als ze voor de Iérse feestdag hier al zo zot doen, wat gaat dat dan geven met de 4th of July?






Ambiance ook in de metro, hier halte Park Street Station.

vrijdag 14 maart 2008

Ontbijt in Zoe's diner

Introductory remarks on the discursive construction of Americanness through the prism of New Englandness

Op 12 maart zijn we vanop Zaventem vertokken naar Lexington, Ma. Om 7.30 trokken we de deur achter ons dicht in Merelbeke en om 3.30 Belgische tijd (22.30 plaatselijke tijd) konden we in ons Amerikaanse huis onder de lakens kruipen met Winne tussen ons in (het ventje was compleet overgestimuleerd want hij had in die 20 uur reizen amper een half uurtje geslapen - wij dus ook).

Op Zaventem had ik nog een Hubert Lampo-ervaring. Wie stond daar mensen met rolstoel en buggies door de paspoortcontrole te loodsen? (En dit is speciaal voor de vakgroep): die verschrikkelijke ork van Remaut en Remaut, waar we ons nieuwjaarsfeestje hebben gehouden en bijna zijn buiten gevlogen. Die vent blijkt zodanig slecht zijn honneurs in de horeca te verzorgen dat hij uit arren moede een McDonaldsjob op de luchthaven heeft moeten aanvaarden. Er bestaat dus toch poetic justice. Wee diegene die mij als klant niet als koning behandelt!

Ik schrijf dit vanuit mijn luie stoel in onze (tweede) woonkamer met zicht op een kapitale, typische houten New England-villa aan de overkant van de straat, terwijl een dappere winterzon de temperatuur al tot 10 graden opjaagt (wat veel is voor de tijd van het jaar).


Om maar te zeggen dat we met ons gat in de boter zijn gevallen. Ik dacht voor we vertrokken dat we naar het Drongen van Boston gingen, maar nu we hier twee dagen hebben rondgereden, blijkt mijn vergissing. Onze gemeente - Lexington - heeft géén achterstandsbuurten, iedereen rijdt hier met een Volvo of een VW, aan amper 10% van de huizen wappert de stars and stripes, en lelijke plekken - we hebben ze gezocht, maar nog niet gevonden. In onze eetkamer hangt zelfs een pentekening van Gustave van de Woestijne! Kortom, we zitten in het Sint-Martens-Latem van Boston. Representatief voor de VS lijkt Lexington niet te zijn: in de supermarkten hier zie je nauwelijks African Americans (ik ben al in de ban van de political correctness) of pachydermen.

Maar in tegenstelling tot Sint-Martens-Latem lopen de mensen hier niet rond with a stick up their a**se. Diegenen die we al ontmoet hebben, zijn hartverwarmend vriendelijk. We hebben hier met andere woorden helemaal geen vervreemdingsverschijnselen, ik voelde me al meteen thuis (wat verwonderlijk is want op reis duurt het meestal een week vooraleer mijn gebruikelijke paranoïa tegenover mijn medemens enigszins afzwakt tot een welwillend wantrouwen).

Verschillen zijn er natuurlijk wel, en na amper twee dagen, kan ik alleen maar de clichés bevestigen dat alles hier groter is. We hebben een kingsize bed (als ik mijn rechten als lawfully wedded husband wil uitoefenen en naar Griets kant van het bed kruip, ben ik vergeten wat ik van plan was als ik eindelijk tot bij haar ben geraakt), een walk-in koelkast en twee woonkamers (en dit is maar een bescheiden huis naar Amerikaanse normen). De Amerikanen zullen het niet graag horen, maar binnenhuisinrichtingsgewijs zijn het Britten: overal vast tapijt! Tot in de badkamer en het toilet! Ik moet echter toegeven dat ik het wel aangenaam vind 's nachts geen pantoffels te moeten dragen op weg naar het toilet. En het is hier natuurlijk een paradijs voor consumptiejunks. Op het vliegtuig al kregen we een soort trois suisses-catalogus in de hand gestopt met de meest waanzinnige en vergezochte uitvindingen waar in de VS blijkbaar vraag naar is. Mijn favorieten:
- het onopvallende hoorapparaat voor krasse hippe knarren

- de kop waarin je koffie altijd warm blijft: gewoon via je USB-poort in te pluggen op je lap-top

- het tapsysteem voor verstokte golfers met een verdoken drankprobleem

- het onopzichtige kussen voor de succesvolle zakenreiziger die op zijn slaap gesteld is

Hopelijk kan ik jullie volgende keer iets anders vertellen dan clichés. Benieuwd of mijn eerste werkdag op maandag 17 maart inspiratie brengt. Laat iets van jullie horen! Laat een berichtje achter!

donderdag 13 maart 2008

Bij aankomst in Wonderland

- had de tussenvlucht naar Philadelphia géén vertraging, ondanks het stormweer op Zaventem
- verliep ons eerste gesprek met een Amerikaan in ’t Frans. De taxichauffeur bleek een Congolees te zijn – die pas na 10 minuten over zijn nationaliteit durfde te vertellen. Congolezen en Belgen in één taxi, hij dacht dat dat bij ons moeilijk lag.
- hebben we niét de sneeuwschop moeten hanteren om de voordeur vrij te maken (er ligt alleen maar hier en daar nog wat oude sneeuw, voor de rest is het hier stralend weer, zo rond het vriespunt)
- hebben we meteen met de halve straat kennisgemaakt. De sleutel van de voordeur deed het niet, dus zocht ik de buren op die een reservesleutel hebben. Alleen volgen de huisnummers niet de Europese logica: wij wonen op nummer 11, de buren op 15, en hún buren op 19. Bij aankomst om 22.30u. (pikkedonker en nergens huisnummers te bespeuren) heb ik dus Nancy en haar zoon leren kennen (gigantische houten villa, inclusief terras met schommelstoel) en Don&Daphne (half zo groot). Iedereen even vriendelijk, en in een wip waren we binnen.

zaterdag 8 maart 2008

Chinees restaurant

Daarnet in de Delhaize een voorraadje kattenvoer voor 5 maanden ingeslagen. Aan de kassa een dame geschoffeerd die met een vragende blik en wijzend op mijn karretje vol blikken zei: "Amai, da's ook de moeite!". Ik wist niets anders te bedenken dan "Ja, we gaan een Chinees restaurant openen". Ze leek het niet te begrijpen.

dinsdag 4 maart 2008

Oordeel nooit voor woensdag

Op woensdag 12 maart zullen we de verse Knack, de nieuwste coalitievoorspelling van Caroline Gennez en Annemie Peeters op Radio 1 moeten missen, eilaas. Die dag laten wij ons door US Airways naar Philadelphia en verder door naar Boston brengen. Als alles meezit, zouden we rond 5 uur 's nachts Belgische tijd moeten aankomen in onze tijdelijke residentie. Ik ga daar dik vier maanden mijn best doen om zoveel mogelijk van Noordoost-Amerika en zijn inwoners te zien. Met onze anderhalfjarige in mijn kielzog, en Maarten op zijn bureau in Harvard, Cambridge.

Zo ziet Boston, Massachusetts (drievier s'en, twee t's, rekent de redacteur gauw uit) er volgens het internet uit.

Lexington
Maar, wij gaan niet in de stad wonen, wel in de buitengemeente Lexington. Die ziet er (op Flickr althans) veelbelovend rijk, landelijk en groen uit (of beter: vooral wit en bruin in dit seizoen. Het vriest er 's nachts nu nog 5 à 10 graden). De website www.viewlexington.com is wel leuk, je kan ermee in de gemeente "rondrijden". Klikken op de grijze knop 'adress locator', '11 Flintlock Road' intikken, en links - met de groene postbus - zie je ons huurhuis.