Op Zaventem had ik nog een Hubert Lampo-ervaring. Wie stond daar mensen met rolstoel en buggies door de paspoortcontrole te loodsen? (En dit is speciaal voor de vakgroep): die verschrikkelijke ork van Remaut en Remaut, waar we ons nieuwjaarsfeestje hebben gehouden en bijna zijn buiten gevlogen. Die vent blijkt zodanig slecht zijn honneurs in de horeca te verzorgen dat hij uit arren moede een McDonaldsjob op de luchthaven heeft moeten aanvaarden. Er bestaat dus toch poetic justice. Wee diegene die mij als klant niet als koning behandelt!
Ik schrijf dit vanuit mijn luie stoel in onze (tweede) woonkamer met zicht op een kapitale, typische houten New England-villa aan de overkant van de straat, terwijl een dappere winterzon de temperatuur al tot 10 graden opjaagt (wat veel is voor de tijd van het jaar).
Om maar te zeggen dat we met ons gat in de boter zijn gevallen. Ik dacht voor we vertrokken dat we naar het Drongen van Boston gingen, maar nu we hier twee dagen hebben rondgereden, blijkt mijn vergissing. Onze gemeente - Lexington - heeft géén achterstandsbuurten, iedereen rijdt hier met een Volvo of een VW, aan amper 10% van de huizen wappert de stars and stripes, en lelijke plekken - we hebben ze gezocht, maar nog niet gevonden. In onze eetkamer hangt zelfs een pentekening van Gustave van de Woestijne! Kortom, we zitten in het Sint-Martens-Latem van Boston. Representatief voor de VS lijkt Lexington niet te zijn: in de supermarkten hier zie je nauwelijks African Americans (ik ben al in de ban van de political correctness) of pachydermen.
Maar in tegenstelling tot Sint-Martens-Latem lopen de mensen hier niet rond with a stick up their a**se. Diegenen die we al ontmoet hebben, zijn hartverwarmend vriendelijk. We hebben hier met andere woorden helemaal geen vervreemdingsverschijnselen, ik voelde me al meteen thuis (wat verwonderlijk is want op reis duurt het meestal een week vooraleer mijn gebruikelijke paranoïa tegenover mijn medemens enigszins afzwakt tot een welwillend wantrouwen).
Verschillen zijn er natuurlijk wel, en na amper twee dagen, kan ik alleen maar de clichés bevestigen dat alles hier groter is. We hebben een kingsize bed (als ik mijn rechten als lawfully wedded husband wil uitoefenen en naar Griets kant van het bed kruip, ben ik vergeten wat ik van plan was als ik eindelijk tot bij haar ben geraakt), een walk-in koelkast en twee woonkamers (en dit is maar een bescheiden huis naar Amerikaanse normen). De Amerikanen zullen het niet graag horen, maar binnenhuisinrichtingsgewijs zijn het Britten: overal vast tapijt! Tot in de badkamer en het toilet! Ik moet echter toegeven dat ik het wel aangenaam vind 's nachts geen pantoffels te moeten dragen op weg naar het toilet. En het is hier natuurlijk een paradijs voor consumptiejunks. Op het vliegtuig al kregen we een soort trois suisses-catalogus in de hand gestopt met de meest waanzinnige en vergezochte uitvindingen waar in de VS blijkbaar vraag naar is. Mijn favorieten:
- het onopvallende hoorapparaat voor krasse hippe knarren
- de kop waarin je koffie altijd warm blijft: gewoon via je USB-poort in te pluggen op je lap-top
- het tapsysteem voor verstokte golfers met een verdoken drankprobleem
- het onopzichtige kussen voor de succesvolle zakenreiziger die op zijn slaap gesteld is
Hopelijk kan ik jullie volgende keer iets anders vertellen dan clichés. Benieuwd of mijn eerste werkdag op maandag 17 maart inspiratie brengt. Laat iets van jullie horen! Laat een berichtje achter!
3 opmerkingen:
Netjes en verzorgd, met een Gustave van de Woestijne en al, plus die pipo van het feestje op de luchthaven... Dit kan geen toeval meer zijn: jullie worden waarschijnlijk à la "the truman show" gefilmd en opgevoerd in één of andere reality-remake van Coming to America. Goed bezig!
Gelukkig is de tekst meer leesbaar dan de titel !
Heb je ook enig idee hoeveel de USB-tas kost ?
Ah, de vaderlandse bodem nog maar net (of nog net niet) verlaten en het patriottisme begint al op te spelen. Plotsklaps smelt onze nationale onverschilligheid weg als sneeuw voor de zon en wordt het werk van de Bourgondische hertogen weer naar waarde geschat. Ja, ja, Belgen in Boston, dat kan nog op het stafrijm gestoken worden. Maar dan de blije hunkering om de ontdekking van moeders hoekje in vaders huis in de vorm van Van de Woestyne, het symbolische afscheid van het magisch realisme, de wezenstrek onzer nationale letterkunde, om van de verzoening tussen de Congolees en de noko in de taxi nog maar te zwijgen. En dan de oude, vertrouwde oranje trui! Le ve de academische mobiliteit, krachtige bron van verkleefdheid aan de geboortegrond!
Nee, serieus, enkel het allerbeste en geniet ervan,
Toon
Een reactie posten