Drie Belgen in Boston

Over hoe een 34-jarige haar dagen slijt in Wonderland. Over hoe het haar man bevalt op de Grote Universiteit. En over het plezier van een anderhalfjarige bij het aanschouwen van hópen pancakes en vijfliterbidons melk.

dinsdag 3 juni 2008

Second brother

Nederlands, Engels, Spaans, het is verbazingwekkend hoe stoïcijns Winne reageert op andere talen. De conversaties met andere kinderen beperken zich meestal tot ‘ai ai’ (‘hi hi’, wat hij maar blijft zeggen, ook al zijn de andere kinderen al vijf minuten aan het ratelen), ‘wawi wawi’ (ze tonen elkaar brandweerwagens) of ‘nee, men!’ (‘nee, mens, ga uit mijn weg!’ – zegt hij als ik moet aanschuiven aan de kassa of als de glijbaan eventjes bezet is).
Vandaag in de speeltuin was er een luid, beetje bazig jongetje van een jaar of vijf, dat aan alle moeders en babysitters al gezegd had wat hij allemaal wel kon en hoe sterk hij was, toen er een papa met een meisje aan kwam. Het jongetje aan het krijsen voor de hele speeltuin: ‘Porto Ricans, Porto Ricans!’. Zijn babysitter reageerde er niet op. Voor de rest van de tijd bleven de andere kinderen een beetje van hem weg, ook Winne was op zijn hoede maar hij liet hem begaan (zijn aardrijkskunde is nog niet je dat). Plots zegt het ventje lief tegen Winne ‘Do you want to be my second brother?’, waarop Winne al knikkend: ‘Ah ja’.

1 opmerking:

Anoniem zei

Zo kom je waarschijnlijk ook in Porto Rico Griet!!!!(met dat broertje waar Winneke mee accoord ging.)